Verdwenen allure, herwonnen allure

Afb. 38: Een rijk-gedecoreerde 18e eeuwse stuc-interieur in een huis aan de Stokstraat in 1934

Vanaf 1815 – toen Maastricht tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ging behoren – kon Maastricht zich in navolging van de Waalse stad Luik, tot eerste industriestad van Nederland rekenen. De kleine ambachtelijk productie uit de middeleeuwse stad werd in het noordelijke deel van Maastricht omgebouwd tot industrie, waar al een overslaghaven (het Bassin, 1824-1825) en een kanaalverbinding met het noordelijk gelegen Nederland (Zuid-Willemsvaart, 1822-1826) waren aangelegd. In 1834 startte Petrus Regout daar zijn eerste aardewerkfabriek, de rest is geschiedenis. Tussen 1830 en 1839 woedden nog enkele afscheidingspogingen in de zuidelijke Nederlanden, waarbij België zou ontstaan en Maastricht definitief aan Nederland werd toegewezen. Rond 1835 verliet daarom een (aanzienlijk) deel van de elite en de intelligentsia uit protest de stad. Pas in de late twintigste eeuw maakte Maastricht de beweging van maak- en industriestad, naar kennis- en dienstenstad. Toen kwam het huidige rijke, toeristische en internationale imago van Maastricht pas tot stand.

Afb. 39: Drukte van handelaren en bewoners in de Stokstraat

Hoewel de Stokstraat nu een van de duurste winkelstraten van Nederland is, was dit enkele decennia geleden wel anders. De straat was ooit bebouwd met grote en luxueuze huizen voor de vroege industriëlen. Maar toen de vestingstatus in 1867 verviel, trokken deze bewoners als eerste naar schonere, ruimer opgezette woonbuurten net ten zuiden van Maastricht, naar het villapark.


Afb. 40: Leegstand van huizen in 1959 in de Stokstraat, die afgebroken moeten worden

Hun oude huizen werden meer en meer bewoond door steeds meer mensen, die in de industrie hun weinige geld verdienden. Vlak bij de fabrieken van de Sphinx waren in het Boschstraatkwartier dergelijke mensenpakhuizen, maar ook in dit zuidelijke deel van de oude stad, het Stokstraatkwartier. De meeste kamers werden bewoond door een heel gezin. De achtertuinen en cours werden steeds voller gebouwd, tot het een buurt was waarin arme gezinnen in mensonterende omstandigheden leefden. Het stadsbestuur zei dit probleem op te willen lossen en deed dit door de mensen na onderzoek te bestempelen als asocialen (crapuul) en ze te heropvoeden in zogenaamde woonscholen. Maastricht telde vijf van de woonscholen, waarvan de Ravelijn de bekendste is.

Referentie: 

F. Bokern, Crapuul. Kroniek mvan een krottenwijk, Amsterdam, 2022.